Wat doet de Sif
Bomen kleuren en typeren het landschap en hebben een belangrijke belevings- en recreatiewaarde. Mensen houden van een omgeving met veel groen. Los van het feit dat bomen – lees hout – belangrijk zijn als grond- en bouwstof. Bovendien bieden ze beschutting, zijn ze beeldbepalend in het landschap en vertegenwoordigen ze cultuurhistorische waarde.
Biodiversiteit
Bomen zijn ook dragers van biodiversiteit. Samen met struiken en andere begroeiingen die in de schaduw groeien trekken bomen allerlei soorten aan. Vogels, insecten, amfibiën en zoogdieren vinden er een schuilplaats en voedsel. Net zo goed als schimmels en (korst)mossen. In totaal telt ons land zo’n 110 verschillende (inheemse) boomsoorten en struiken die we moeten zien te behouden. Ook om beter op gewassen te zijn tegen de klimaatverandering.
Klimaat
Het wordt steeds warmer, natter én droger door de klimaatverandering. Bomen kunnen de nadelige gevolgen daarvan (deels) beperken. Ze nemen bijvoorbeeld CO₂ op, waarvan de grote uitstoot een belangrijke veroorzaker is van de klimaatcrisis. Hetzelfde geldt voor stikstof dat bomen opnemen om bladgroen aan te kunnen maken. Bomen houden ook water en grond vast en voorkomen erosie en beperken droogteschade. En omdat ze water langzaam afgeven, via verdamping, zorgen ze ook voor afkoeling van warme lucht.
Dat bomen en struiken fijnstof afvangen, is vooral in stedelijke gebieden een pre en goed voor de volksgezondheid. Tot slot zijn bomen – in de vorm van hout en vezels – natuurlijk ook belangrijk als grond- en bouwstof voor de meest uiteenlopende producten. Vroeger was dat ook in ons land de belangrijkste reden om bomen te kweken en telen.