entry image

Op woensdag 3 november organiseerde de SIF voor het eerst sinds de corona-maatregelen weer ingingen een kennis- en netwerkmiddag in Drachten. Met een kleine 30 deelnemers, waaronder ambtenaren en bestuurders, een goed bezochte bijeenkomst. Met drie presentaties en een aftrap van gedeputeerde Douwe Hoogland.

De gedeputeerde sprak zich positief uit over het belang van de collectieve aanpak, mede met het oog op de prestaties sinds de oprichting van de SIF in 2005. Hij roemde daarbij niet alleen de terugdringing van de iepziekte, maar ook de herplant van zo’n 13.000 iepen in de Waddenregio. Dat heeft inmiddels een vervolg gekregen in de herplant van diverse soorten in het kader van de essentaksterfte. Hij sorteerde met zijn pleidooi voor gemeentegrensoverschrijdende samenwerking voor op de volgende spreker: Henk Flikkema van Wetterskip Fryslân.

Invasieve exoten
Deze adviseur watersysteembeheer van het provinciale waterschap lichtte een pilot toe rond de aanpak van invasieve exoten waar Wetterskip Fryslân en de SIF de trekkers van zijn. Dit als vervolg op een eerder onderzoek – in opdracht van de Vereniging van Friese Gemeenten – naar de behoefte aan een collectieve aanpak op dit terrein. Net als voor boomziekten geldt immers ook voor de bestrijding van schadelijke exoten, waaronder Japanse duizendknoop, grote berenklauw en niet te vergeten watercrassula, dat de verspreiding zich niet aan gemeente- en provinciegrenzen houdt.Uit het onderzoek kwam naar voren dat terreinbeheerders vooral het belang inzien van een collectieve aanpak bij het ontwikkelen en delen van kennis, het uitwisselen van informatie én het werken volgens vaste protocollen.

Een gezamenlijke uitvoering lijkt eerst een brug te ver. Daarnaast is er een roep om provinciaal beleid en regie op dit terrein.De pilot gaat drie jaar duren, laat Flikkema weten. Het eerste jaar staat vooral in het teken van het inventariseren en in kaart brengen van de problemen in de provincie en het vastleggen van praktijkervaringen. De twee daarop volgende jaren staat een gebiedsgerichte aanpak centraal en zal de dan verschenen beleidsnota van de provincie – waar komend jaar aan gewerkt wordt – als kader gaan dienen. In 2024 wordt het collectief geëvalueerd. Centraal in de pilot staat het samenbrengen en ontsluiten van informatie via een digitaal platform. Volgens Flikkema hebben de eerste gemeenten zich gemeld, alsook ProRail. Ook wordt er overleg gevoerd met RWS, de tbo’s en de resterende gemeenten. De start staat gepland in januari 2022.

Automatisering
De volgende spreker was Robbert Bloksma van Visma iAsset, de leverancier van het systeem waarmee de SIF de circa 80.000 iepen van haar leden beheert. Simpel gezegd kunnen de inspecteurs met een app op hun mobiele telefoon exact bepalen welke boom waar staat en wat de status is. Daarbij kunnen ze online mutaties verwerken en bij ziekte de verwijdering met een druk op de knop doorgeven aan de aannemer. IAsset is gebaseerd op een GIS (geografisch informatie systeem), voldoet aan de landelijke standaarden en kan daarom ook eenvoudig informatie tussen verschillende systemen uitwisselen, vertelt Bloksma.

Bossenstrategie
Laatste spreker was de nationaal coördinator van de Bossenstrategie, Harry Koenders (ministerie LNV). Hij lichtte toe waarom en hoe het Rijk de komende tien jaar 37.000 hectare extra bos wil realiseren. Dit naar aanleiding van het Klimaatakkoord en met het oog op de functie van bos voor het versterken en herstellen van onze natuur, de biodiversiteit en niet in de laatste plaats de klimaatdoelen. Bovendien dragen bossen bij aan de kwaliteit van de ruimte en het welzijn van mensen, zo blijkt eens te meer tijdens deze coronaperiode.

In zijn uiteenzetting benoemde en benadrukte hij de rol van de provincie als regisseur van de Bossenstrategie, waarbij het ruimtelijke vraagstuk een belangrijke rol speelt. “De ruimte in ons land is beperkt, dus dienen er goede afwegingen te worden gemaakt.” Koenders pleitte vooral voor het combineren van belangrijke thema’s, c.q. opgaven. Ook om meer middelen vrij te kunnen maken. Hij benoemde acht prioriteiten, waaronder een compensatie-opgave van zo’n 3400 hectare. Interessant voor de SIF. “Daarvoor is de komende tien jaar zo’n € 210 miljoen uitgezet bij de provincies om buiten NatuurNetwerk Nederland (NNN) aan te planten.”

Binnen het NNN dienen tbo’s de komende tien jaar zo’n 15.000 hectare aan te planten, waarvan Staatsbosbeheer zo’n 5000 hectare voor haar rekening neemt. Volgens Koenders past deze opgave ook binnen het Natuurpact én het Programma Natuur (stikstof) waarvoor jaarlijks maar liefst € 300 miljoen is gereserveerd.Andere accenten binnen de Bossenstrategie zijn de omvorming van monoculturen en aanplant van meer natuurbos.

Ook ziet hij mogelijkheden voor meer boom- en bosaanplant binnen het Aanvalsplan Landschapselementen en verwacht bij dat er binnen het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid meer ruimte komt voor bomen (bijvoorbeeld agroforestry, voedselbossen). Tot slot brak hij een lans voor het combineren van de woningbouwopgave/stadsuitbreiding met de aanplant van bomen/groen. Ook in het kader van het vasthouden en verwerken van water. “Groen zou onderdeel van de grondexploitatie moeten zijn”, aldus Koenders.Als mooi voorbeeld noemt hij een initiatief in Brabant waar een agrariër de bouw van tiny houses combineert met de aanplant van bomen en groen. Dit soort initiatieven zou, ook via regelgeving en subsidies, veel meer gestimuleerd moeten worden, volgens de spokesman van de Bossenstrategie.

De middag werd afgesloten met een gezellige hapje en drankje. Even bijpraten met collega’s blijkt, zeker na de lange periode van ‘onthouding’, meer dan welkom.


Deel dit bericht